Het keurmerk is opgebouwd als een gelaagd systeem.

De criteria die in het referentiekader zijn opgenomen, komen bovenop de algemeen geldende wettelijke eisen (sectorgids G040 en Codiplan Animal welfare). Voor de varkenssector fungeert BePork, met gebruik van Tracy, het electronisch traceringssysteem doorheen de hele keten,  als markttoegang.

Het keurmerk werkt met een systeem in 3 niveaus, de ‘plusjes’. Hoe meer plusjes, hoe meer er rekening gehouden wordt met de behoeften van de dieren.

Bij 1 plus wordt er meer aandacht besteed aan dierenwelzijn dan wettelijk voorzien. De dieren krijgen bijvoorbeeld meer ruimte en speelmateriaal. Verder wordt er gefocust op stalklimaat, voeder en drinkwater, verbod van chirurgische castratie, brandpreventie, bioveiligheid en de ziekenboeg.

Bij 2 plus wordt er nog meer voldaan aan meer en strengere dierenwelzijnscriteria. Het voldoet aan alle voorwaarden voor 1 plus met extra toegevoegde eisen of verstrengde normen voor voeder, diergezondheid met latere speenleeftijd, huisvesting, speelmateriaal en stalklimaat.

3 plus staat voor de meeste aandacht voor dierenwelzijn. Dierenwelzijnscriteria van 2 plus worden aangevuld met extra focus op latere speenleeftijd, verbod op couperen van staarten, nog beterehuisvesting en beschikbare oppervlakte en buitenbeloop.  Biologische landbouw valt hieronder, maar ook andere stallen waarin dieren goed in staat zijn hun soorteigen gedrag uit te voeren.